GRONINGEN - Het OM eist een gevangenisstraf van achttien maanden tegen een 28-jarige man uit Groningen die wordt verdacht van seksuele uitbuiting van een kwetsbaar slachtoffer.

De zorgverleningsinstantie waar het slachtoffer woonde uitte in december 2018 haar zorgen over haar bewoonster. De jonge vrouw zou een vriendje hebben en deze zou haar overladen met cadeaus, een dure auto rijden en een eigen onderneming hebben. Ook zou zij met andere bewoonsters gesproken hebben over prostitutiewerk en de zorgverleningsinstantie meldde dat de zij een aantal keer per week werd opgehaald door de verdachte en naar een hotel zou worden gebracht.

Uit onderzoek wordt een telefoonnummer van verdachte achterhaald en blijkt dat de verdachte een seksadvertentie heeft geplaatst op Speurders.nl. Foto’s die bij deze advertentie horen blijken van het slachtoffer te zijn. Naar aanleiding van deze bevindingen is de politie een onderzoek gestart waarbij diverse opsporingsmiddelen zijn ingezet. Tijdens een observatie op 12 februari 2019 wordt gezien dat verdachte het slachtoffer afzet bij een woning in Leeuwarden en wanneer politie de woning binnentreedt blijkt dat het slachtoffer daar een seksafspraak heeft. Kort daarop wordt verdachte aangehouden op verdenking van mensenhandel.

Uit onderzoek blijkt dat verdachte haar ‘werktelefoon’ in bezit had, seksafspraken en locaties regelde en voortdurend de beschikking over haar bankpas had. Het slachtoffer had geen zeggenschap meer over haar eigen financiële middelen. Die afhankelijkheid van verdachte werd versterkt door een aanzienlijk leeftijdsverschil en het feit dat verdachte in mentaal en verbaal opzicht de bovenliggende partij was en is.

Het OM acht verdachte schuldig aan seksuele uitbuiting van het slachtoffer gedurende drie maanden. De officier: “Hij heeft wat het OM betreft op ernstige wijze misbruik gemaakt van de afhankelijke en kwetsbare positie van de persoon van het slachtoffer. Verdachte heeft op uiterst laakbare wijze van haar diensten geprofiteerd. Hij heeft de belangen van het slachtoffer, bij behoud van haar waardigheid en zelfbeschikkingsrecht, ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen gerief en zucht naar financieel gewin. Daarbij heeft hij op geen enkele wijze blijk gegeven van enig inzicht in het kwalijke van zijn gedrag. Verdachte heeft een grove inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De praktijk leert dat dit in zijn algemeenheid op korte of lange termijn kan leiden tot grote psychische en emotionele schade.”

Rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte komt de officier tot een strafeis die passend is en recht doet aan de ernst van de feiten: 18 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar,