GRONINGEN - Een 40-jarige man uit Groningen is door de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, vrijgesproken van poging tot moord en veroordeeld voor poging tot doodslag. De rechtbank acht bewezen dat de man het slachtoffer opzettelijk van het leven wilde beroven, maar is ook van oordeel dat voor voorbedachte raad geen bewijs voorhanden is.

Conflict in de relationele sfeer
De verdachte heeft het slachtoffer onder valse voorwendselen naar zijn autobedrijf gelokt vanwege een conflict in de relationele sfeer. Daar heeft hij volgens het Openbaar Ministerie alle deuren afgesloten en de aanwezige beveiligingscamera’s uitgezet dan wel vernield. Vervolgens heeft hij meerdere slaande bewegingen met een hamer in de richting van het slachtoffer gemaakt waarbij hij het slachtoffer eenmaal op het hoofd heeft geraakt. Dat het letsel beperkt is gebleven en niet dodelijk was, is niet te danken aan het handelen van verdachte.

Het afsluiten van de deuren en uitzetten/vernielen van de beveiligingscamera’s acht de rechtbank onvoldoende bewezen en daarom komt de rechtbank tot een andere conclusie dan het Openbaar Ministerie.

Inbreuk op lichamelijke integriteit
Met zijn handelen heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank op ontoelaatbare wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank houdt er rekening mee dat het slachtoffer zelf ook een aandeel heeft gehad in de aanleiding van het conflict. Desalniettemin valt de reactie van de verdachte op geen enkele manier te rechtvaardigen.

Gevangenisstraf
De rechtbank legt aan de man een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Omdat de rechtbank hem vrijspreekt van poging tot moord valt de straf lager uit dan de eis van de officier van justitie.