Tegen R. eiste de officier 11 maanden gevangenisstraf en één maand vordering tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
Tegen S. eiste de officier een celstraf gelijk aan het voorarrest en daarnaast een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. Een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) is een maatregel in het Nederlands jeugdstrafrecht, bestaande uit jeugddetentie met intensieve begeleiding.
Dwang
De zaak kwam aan het licht toen op 26 februari 2020 een getuige een familielid belde en vertelde dat zij had gezien hoe een ander meisje onder dwang was meegenomen door een tweetal mannen (S. en R.) naar het treinstation in Beilen. De gealarmeerde politie kon het duo in die Drentse plaats meteen in de kraag vatten.
Mishandeling
Uit onderzoek bleek dat de nacht ervoor de jonge vrouw was mishandeld in de woning van S. Zij verklaarde dat zij zich moest prostitueren voor verdachte S. Verdachte S. zou haar hebben geslagen en hebben verkracht, zo verklaarde zij bij een eerste verhoor op het politiebureau. R. zou daarvan getuige zijn geweest. Ze was zichtbaar gewond aan haar gezicht.
Het slachtoffer legde in totaal vijf gedetailleerde verklaringen af, waaruit bleek dat zij twee weken lang (van 14 tot en met 26 februari 2020) gedwongen was te werken in de prostitutie, en dat zij alle geld moest afstaan. Daarbij werkten de verdachten nauw samen. Zij werd gebracht naar en gehaald van seksafspraken, gestompt en geslagen met een stok. Er werd gedreigd haar te bewerken met een mes en te overgieten met kokend water. “Als ze haar geld niet afdroeg kreeg ze klappen”, aldus zaaksofficier Sierd Eijzenga op de zitting vandaag.
Controle uitoefenen
Bij een huiszoeking in de woning van S. is een stok gevonden met daarop het bloed van het slachtoffer. Twee vriendinnen van het slachtoffer bevestigen dat zij gedwongen werd zichzelf te prostitueren.
Zaaksofficier Eijzenga: “Uit onderzoek aan telefoons en blootgelegde gesprekken tussen onder meer de verdachten komt een beeld naar voren van twee mannen die het slachtoffer faciliteren in haar prostitutiewerkzaamheden en een verregaande mate van controle uitoefenen. Er wordt gesproken over klanten, hoeveel geld zij heeft en dat dat afgepakt moet worden voordat het wordt uitgegeven. Bovendien worden instructies gegeven over het boeken van een hotel en wordt gesproken over de prijzen per uur.”
‘Tikkies’
“Door verdachte S. worden ‘tikkies’ verstuurd naar klanten en krijgt het slachtoffer letterlijk instructies: “dat geld breng je hier”, “je brengt alles wat je maakt hier”, “geef je doekoe aan …” en er wordt meermalen gedreigd met klappen.
Onderling spreken de verdachten over dit slachtoffer als ’t chickie’. Het slachtoffer is een getraumatiseerde, kwetsbare jonge vrouw, zonder vaste woon- of verblijfplaats, met een verleden van pleeggezinnen, tehuizen en crisisopvang. Zij kende verdachte S. uit één van de opvanginstellingen.
Grote schade
De officier vreest dat het slachtoffer grote psychische en emotionele schade heeft opgelopen: “Verdachten hebben op uiterst laakbare wijze van haar werkzaamheden geprofiteerd. De belangen van het slachtoffer, het behoud van haar waardigheid en zelfbeschikkingsrecht zijn ondergeschikt gemaakt aan hun eigen zucht naar financieel gewin. Er is een grove inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.”
Daarnaast acht de officier het uiterst laakbaar dat S. zich voorts heeft schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van een ex-vriendin met wie hij samen een kind heeft. “Het recht om je vrij te kunnen bewegen ziet aan één van de meest fundamentele vrijheden van onze samenleving.”