De politieauto was onderweg om collega's hulp te verlenen bij een andere melding. Onderweg naar deze melding reden de agenten met hoge snelheid en zonder optische en geluidssignalen over de Friesestraatweg. Toen de fietser overstak kon de agent in de politieauto de man niet meer ontwijken. Een zware aanrijding was het gevolg, waarbij de fietser ernstig gewond raakte. Ook de twee inzittende agenten raakten gewond. “Wij vinden het verschrikkelijk wat er is gebeurd en de impact is groot. Vanzelfsprekend vooral voor het slachtoffer. Hij ondervindt blijvende, ernstige fysieke gevolgen van het ongeval en het staat buiten kijf dat wij daarin met hem meeleven”, zegt Joop de Schepper, waarnemend politiechef van de eenheid Noord-Nederland. “De rechter was duidelijk en stelde dat de agent anders had kunnen en moeten handelen. Hij heeft een verkeerde inschatting gemaakt door te hard te rijden richting een melding die daarvoor niet urgent genoeg was. We hebben het slachtoffer vanmiddag dan ook persoonlijk onze oprechte excuses aangeboden.”
Onafhankelijk onderzoek
De Rijksrecherche heeft na het ongeval onderzoek gedaan naar de aanrijding. De uitkomsten van dat onderzoek zijn voor het Openbaar Ministerie (OM) reden geweest om de zaak voor de rechter te brengen. De rechtbank vindt dat de agent onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld. Daarom is besloten de agent te veroordelen tot de werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke ontzetting van de rijbevoegdheid van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. “De uitspraak doet veel met mijn collega”, zegt Joop de Schepper. “Ook daar is oog voor. Zijn leidinggevenden hebben zorg en aandacht voor hem. Ik ga zelf ook met hem in gesprek.”
Brancherichtlijn politie
In de brancherichtlijn is onder meer vastgelegd hoe hard agenten mogen rijden. Bij spoedmeldingen mag maximaal 40 kilometer harder worden gereden dan op die weg is toegestaan. In uitzonderlijke situaties mag daarvan worden afgeweken. In de brancherichtlijn staat ook dat agenten zelf strafrechtelijk aansprakelijk zijn wanneer een overschrijding van de brancherichtlijn leidt tot ongevallen. “Hier zijn collega’s zich heel goed van bewust. In dit geval heeft mijn collega naar eer en geweten geprobeerd zo snel mogelijk ter plaatse te gaan om zijn collega’s te kunnen helpen en heeft daarbij een inschattingsfout gemaakt met grote gevolgen.”
Van agenten wordt verwacht dat zij soms onder hoge druk moeten handelen en in luttele secondes beslissingen moeten nemen, maar zij worden ook getraind om hun werk altijd veilig te doen, voor zichzelf en voor anderen. “Als het gaat om de verkeersveiligheid is de brancherichtlijn er niet voor niets. Deze ernstige aanrijding heeft er opnieuw toe geleid dat we intern uitvoerig met medewerkers in gesprek gaan over deze brancherichtlijn, en dat blijven we structureel doen. We willen natuurlijk voorkomen dat dit nog een keer gebeurt. Het verkeer is in de uitvoering van onze spoedtaak een groot risico. Als je als voorrangsvoertuig met spoed door het verkeer naar een melding rijdt, komt de verkeersveiligheid in gevaar omdat je rijdt met bepaalde vrijstellingen. De brancherichtlijn ziet erop toe dat dat effect daarvan zo beperkt mogelijk blijft. Die richtlijn moeten we naleven om de verkeersveiligheid zoveel mogelijk te waarborgen”, aldus Joop de Schepper.