GRONINGEN - Een 25-jarige man is veroordeeld tot 40 maanden celstraf voor het meermalen plegen van poging tot doodslag en voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De rechtbank acht bewezen dat de man in het centrum van Groningen geprobeerd heeft om het slachtoffer en een omstander van het leven te beroven.
Woordenwisselingen
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt heeft aan poging tot doodslag door op klaarlichte dag op de openbare weg twee keer te schieten met een vuurwapen. Verdachte had eerder die dag al een woordenwisseling met het slachtoffer. Even later kwamen slachtoffer en verdachte elkaar weer tegen, waarop wederom een woordenwisseling ontstaan is. Op het moment dat het slachtoffer weer weg wilde fietsen, was een harde knal te horen.
Omgebouwd gasrevolver
Uit onderzoek is gebleken dat het in beslag genomen vuurwapen een geladen omgebouwd gasrevolver betreft. Daarnaast zaten er in de revolver, waar plek is voor acht kogelpatronen, op het moment dat deze werd aangetroffen zes kogelpatronen. Dit betekent dat er uit deze revolver twee schoten moeten zijn gelost, wat precies overeenkomt met het aantreffen van twee kogelhulzen in deze revolver.
Verklaringen
De rechtbank twijfelt niet aan de betrouwbaarheid van de onafhankelijke verklaringen van getuigen en leidt uit de bewijsmiddelen af dan dat het niet anders kan dat verdachte heeft geschoten in de richting van het slachtoffer en omstanders. Op het moment van schieten was het een komen en gaan van fietsers en voetgangers. De afstand tussen slachtoffer en verdachte en slachtoffer en voetgangers is hooguit enkele meters geweest. De rechtbank is van oordeel dat het op deze manier schieten met een vuurwapen door een ongeoefend schutter betekent dat de verdachte de reële mogelijkheid heeft aanvaard dat een persoon in vitale lichaamsdelen wordt geraakt. Dit had voor het slachtoffer en een wikkekeurige omstander een fatale afloop kunnen hebben. De schietpartij vond plaats op een tijdstip waarop veel (winkelend) publiek en kinderen van een nabijgelegen buitenschoolse opvang met hun ouders. Daarmee heeft de verdachte zich volgens de rechtbank volstrekt onverschillig getoond voor het welzijn van anderen.
Straf
In het oordeel is meegenomen dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen. Ook blijkt uit het reclasseringsrapport dat de verdachte afgelopen jaren veelal in detentie heeft gezeten en er nog een strafrestant open staat, omdat hij zich in de voorwaardelijke invrijheidstelling heeft onttrokken aan voorwaarden. De kans op herhaling wordt groot ingeschat. Alles afwegende oordeelt de rechtbank dat een gevangenisstraf van 40 maanden passend en geboden is. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van drieduizend euro betalen aan het slachtoffer.