De verdachte heeft zijn daad bekend; dit deed hij door op dezelfde dag te bellen met de Reclassering. Hij werd een paar uur later aangehouden tussen Steendam en Siddeburen.
Gemoedsopwelling
De verdachte verklaart dat er iets bij hem is geknapt en dat hij opeens dacht dat zijn vader hem wilde vermoorden. Om dat te voorkomen moest hij zijn vader om het leven brengen. Onder invloed van dat inzicht en die angst heeft hij snel gehandeld. De officier van justitie vindt dat er daarom geen sprake is van moord, maar van doodslag. “Alle handelingen die de verdachte in een kort tijdsbestek heeft verricht, moeten in mijn visie worden aangemerkt als een uitvloeisel van een onmiddellijke gemoedsopwelling.”
Psychotische stoornis
De verdachte is onderzocht in het Pieter Baan Centrum (PBC). Zij komen tot de conclusie dat de doodslag op zijn vader de verdachte in sterk verminderde mate toe te rekenen is. Er is volgens de onderzoekers onder meer sprake van een psychotische stoornis. “Nu hij slechts in beperkte mate verantwoordelijk gehouden kan worden voor de door hem gepleegde strafbare feiten, heeft dat uiteraard een fors matigend effect op de te vorderen gevangenisstraf”, aldus de officier van justitie in haar requisitoir.
Bescherming van de maatschappij
Wel vindt de officier dat in deze zaak een TBS met dwangverpleging op zijn plaats is. Er is immers sprake van een ernstig misdrijf, waarbij de kans dat de verdachte wederom de fout in gaat groot is. “Daarom dient de samenleving tegen hem beschermd te worden.”
De rechtbank in Groningen laat na de inhoudelijke behandeling weten wanneer het uitspraak doet.