Encrochat
In 2020 heeft een gezamenlijk Frans-Nederlands politieteam onderzoek gedaan naar Encrochat, een in Frankrijk gevestigd bedrijf dat een applicatie aanbood waarmee gebruikers versleutelde berichten konden versturen. Bij dat onderzoek is door de Franse autoriteiten een zeer groot aantal berichten onderschept, ontsleuteld en onderzocht op mogelijke strafbare feiten. Op deze wijze zijn onder meer de vier verdachten in beeld gekomen die nu zijn veroordeeld.
Rechtmatigheid opsporingsmethode
In zowel deze zaak als in vergelijkbare zaken bij andere gerechten hebben advocaten betoogd dat deze opsporingsmethode niet rechtmatig is of dat de rechtmatigheid niet goed kan worden beoordeeld. Onder andere de rechtbank Noord-Nederland heeft hierover zogeheten prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld. In lijn met de uitspraak van de Hoge Raad heeft de rechtbank nu geoordeeld dat de Nederlandse rechter in principe moet uitgaan van de rechtmatigheid van het optreden van de Franse autoriteiten. Er zijn volgens de rechtbank ook verder geen redenen om aan te nemen dat het onderzoek naar deze vier verdachten onrechtmatig is geweest.
Rol verdachten
Twee verdachten, een man uit Groningen en een voormalige Groninger, zijn door de rechtbank als de organisatoren van de transporten aangemerkt. Zij krijgen ook de hoogste straf: zeven en acht jaar gevangenisstraf. Een man uit Veendam, bij wie de verdovende middelen werden opgeslagen in afwachting van het verdere transport en die ook de chauffeurs aanstuurde die de transporten naar Duitsland uitvoerden, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De laatste verdachte, eveneens uit Groningen, verrichte vooral ondersteunende werkzaamheden en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden.