LEEK - Het Openbaar Ministerie (OM) in Noord-Nederland heeft besloten een 19-jarige inwoner uit Leek te vervolgen wegens mishandeling met de dood als gevolg. Uit het onderzoek dat is ingesteld door de politie na het overlijden van een 52-jarige inwoner uit Leek in de vroege Nieuwjaarsnacht van 2024 is naar voren gekomen dat de verdachte het latere slachtoffer zou hebben geslagen. Ongeveer een half uur nadien overleed de 52-jarige man in zijn woning.


Op 1 januari 2024 omstreeks hafl drie in de nacht vond er een confrontatie plaats tussen het latere slachtoffer en een groep jongeren. Vanuit de groep jongeren is vuurwerk afgestoken, terwijl de man en diens partner hun honden aan het uitlaten waren.

Fysieke confrontatie

Onderzoek heeft uitgewezen dat de nu 19-jarige jongeman dit vuurwerk heeft afgestoken. De man sprak de groep aan en dat leidde uiteindelijk tot een fysieke confrontatie tussen hem en de verdachte. Daarbij zou de verdachte de man hebben geslagen. Ongeveer een half uur nadien werd het slachtoffer thuis onwel en overleed hij.

Gecompliceerd

Op het lichaam van de man is sectie uitgevoerd. Er werden enkele verwondingen in het gelaat waargenomen, waarvan de patholoog-anatoom heeft vastgesteld dat die verwondingen op zichzelf niet tot de dood hebben geleid. De man bleek wel te leiden aan een forse hartkwaal en een stressreactie tijdens en/of na de fysieke confrontatie, die kan hebben bijgedragen aan de uiteindelijke dood.

Juist omdat de beoordeling juridisch gecompliceerd is, is de zaak aangebracht bij de meervoudige strafkamer van de rechtbank in Groningen.

Ongepast

Onderwijl hecht het OM er aan te benadrukken dat de 19-jarige jongeman slechts verdachte is. In de nasleep van de gebeurtenissen op 1 januari 2024 is er destijds met name op social media een stroom van beledigende en bedreigende berichten op gang gekomen in de richting van de verdachte. Het spreekt voor zich dat dergelijke berichten volstrekt ongepast zijn en onder omstandigheden ook strafbaar.

Extra informatie rond de juridische vraag

De 19-jarige verdachte wordt niet verweten dat hij de man opzettelijk om het leven heeft gebracht. Wel is de verdenking dat door de mishandeling het slachtoffer uiteindelijk is komen te overlijden, omdat die mishandeling het hartfalen zou hebben veroorzaakt. De vraag of dat gevolg inderdaad aan verdachte kan worden toegerekend vergt een ingewikkelde juridische beoordeling.

Na onderzoek en analyse van jurisprudentie komt het OM tot de conclusie dat het sterk van de omstandigheden van het geval afhangt of een gevolg toegerekend kan worden aan een bepaalde gedraging, zoals in dit geval het slaan. Of het in deze zaak redelijk is de dood van de 52-jarige man aan het handelen van verdachte toe te rekenen, is daarom een vraag waarvan het OM vindt dat die aan de rechter moet worden voorgelegd.

De jurisprudentie is namelijk niet eenduidig en daarom is het van belang dat de rechter in deze zaak een uitspraak doet. Bij die afweging heeft het OM zowel rekening gehouden met de belangen van de verdachte als van de nabestaanden.