GRONINGEN - De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland heeft een verzoek om voorlopige voorziening van de stichting Bomenridders rond de kap van 279 bomen in Groningen afgewezen.

Stichting: Snoeien in plaats van kappen
Door de stichting Bomenridders is een voorlopige voorziening gevraagd tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen om een omgevingsvergunning te verlenen voor het kappen van 279 bomen langs de Hunze in de buurt van de Pop Dijkemaweg. De stichting was van mening dat volstaan zou kunnen worden met het vergaand snoeien van een deel van de populieren en dat de overige bomen zouden kunnen blijven staan.

Kappen voor variatie en toekomstbestendigheid
De voorzieningenrechter is met verweerder van oordeel dat de gevaarzettende bomen langs het bedrijventerrein geveld mogen worden. Vervolgens acht de voorzieningenrechter het niet onaannemelijk dat door de kap van de gevaarzettende bomen de overblijvende bomen ernstig te lijden zullen hebben. Daarbij is van belang dat de bomen een verminderde kwaliteit hebben, te dicht op elkaar staan en op leeftijd zijn. Om dezelfde redenen kon verweerder tot het oordeel komen dat de overblijvende houtopstand beter vervangen kan worden door een nieuwe gevarieerde en toekomstbestendige houtopstand.

Herplantplicht

De voorzieningenrechter ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat dit standpunt kennelijk onredelijk zou zijn. Ook de herplantplicht die door het college aan de gemeente is opgelegd, leidt niet tot een ander oordeel nu verweerder goed heeft gemotiveerd waarom kan worden volstaan met de herplant van een kleiner aantal bomen met meer variatie in de te planten soorten.

Ecologie

Veel van de argumenten van de stichting tegen de kap zijn ontleend aan de ecologie doch die argumenten horen volgens de voorzieningenrechter thuis in de procedure over de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming en niet in de onderhavige procedure.