WARFFUM - De rechtbank heeft een man vrijgesproken van mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolg en veroordeeld voor mishandeling tot een taakstraf van 40 uur. De rechtbank oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat het zwaar lichamelijk letsel door de gedragingen van verdachte is veroorzaakt.
Oorzakelijk verband
Ten laste gelegd was mishandeling (een vuistslag tegen het hoofd) terwijl dit feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolgde had, namelijk een scheuring van de halsslagader binnen de hersenschedel (hierna: dissectie) met een herseninfarct tot gevolg. De vraag was of tussen de vuistslag en het letsel – dat als zwaar valt te kwalificeren en zich openbaarde een klein uur na de vuistslag – een zodanig oorzakelijk verband bestaat dat het letsel redelijkerwijs als gevolg van het handelen door verdachte aan hem kan worden toegerekend.
Criteria
De criteria waaraan de rechtbank toetst is of de vuistslag een onmisbare schakel kan hebben gevormd bij het ontstaan van het letsel en of dit letsel met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door die mishandeling is veroorzaakt. Of en wanneer sprake is van een dergelijke aanzienlijk mate van waarschijnlijkheid hangt af van de concrete omstandigheden van het geval waarbij o.a. gewicht kan worden toegekend aan het gegeven dat andere, niet aan de bewezenverklaring gerelateerde oorzaken, hoogstwaarschijnlijk niet tot dat gevolg hebben geleid.
Deskundigen
In dit geval is niet bekend of de vuistslag met kracht is toegebracht. De forensische rapporteurs geven aan dat dissecties ook bij minimale geweldsinwerkingen of spontaan kunnen ontstaan: door hoesten, sporten of plotse hoofdbewegingen. Weliswaar wordt in de forensische rapportages van het NFI en de GGD-arts een causaal verband waarschijnlijk geacht, er zijn echter geen objectief medische bevindingen die de (mate van) causaliteit ondersteunen. Tevens geven deze forensische rapporten geen uitsluitsel over (i) de mate van waarschijnlijkheid waarin de dissectie door de gedraging van verdachte is veroorzaakt dan wel (ii) de dissectie door of mede door een alternatieve oorzaak is veroorzaakt. Beide deskundigenrapporten bevatten onvoldoende indicaties naar aanleiding waarvan de rechtbank kan concluderen dat de mogelijke alternatieve oorzaken hoogstwaarschijnlijk niet tot de scheuring hebben geleid. Ook de overige dossierstukken geven daarover geen uitsluitsel.
Oordeel
Hoewel de gedraging van de verdachte naar het oordeel van de rechtbank een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot de dissectie hebben geleid, is de rechtbank daarnaast van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de dissectie met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van verdachte is veroorzaakt. De rechtbank spreekt dan ook vrij van het onderdeel van de tenlastelegging dat het feit (zijnde een stomp tegen het hoofd) zwaar lichamelijk letsel ten gevolgde heeft gehad.