TER APEL - De voorzieningenrechter in Groningen heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort geding dat de gemeente Westerwolde tegen het COA heeft aangespannen in vervolg op een eerder kort geding in januari van dit jaar. De rechter heeft opnieuw beslist dat het COA zich moet houden aan de met de gemeente afgesproken maximale bezetting van 2.000 asielzoekers op de opvanglocatie Ter Apel. Daar is ook opnieuw een dwangsom aan verbonden - en ditmaal een hogere - van € 50.000 per dag met een maximum van € 5.000.000.

Standpunten gemeente en COA

De gemeente had aangevoerd dat het COA het eerdere vonnis inzake het maximum aantal personen op de opvanglocatie Ter Apel, op enkele dagen na, niet is nagekomen en dat de dwangsom inmiddels is uitgewerkt omdat die het maximum heeft bereikt. Volgens de gemeente ligt ook sindsdien de bezetting op de opvanglocatie Ter Apel structureel boven het toegestane maximum van 2.000 personen. Daarom vordert de gemeente in deze procedure opnieuw een dwangsom en ditmaal een hogere. Ook wil de gemeente graag duidelijkheid over de vraag of personen die overdag op de locatie Ter Apel verblijven, maar de nacht ergens anders doorbrengen, meetellen voor de bezetting in Ter Apel. Dit omdat het COA, anders dan de gemeente, van mening is dat alleen moet worden uitgegaan van het aantal bezette bedden in de nacht.

Te beperkte uitleg ten aanzien van het begrip ‘opvang’

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het COA, door uit te gaan van het aantal bezette bedden in de nacht, een te beperkte uitleg geeft aan het begrip ‘opvang’. Dit gelet op de met de gemeente gemaakte afspraken, geldende wet- en regelgeving en de veroordelingen in het eerdere kortgedingvonnis. Volgens de voorzieningenrechter staat vast dat, met inachtneming van de juiste uitleg van ‘opvang’, zich herhaaldelijk veel meer dan 2.000 asielzoekers bevinden in het opvangcentrum in Ter Apel (bezetting van 120 - 140%).

Onevenredige belasting

Het COA had aangevoerd dat het niet meer kan doen dan het nu al doet om het aantal personen op de opvanglocatie Ter Apel te beperken tot maximaal 2.000. Volgens het COA is het daarom voor hem onmogelijk om aan zijn verplichting jegens de gemeente te voldoen. De voorzieningenrechter volgt het COA daarin niet. Het opvangcentrum in Ter Apel wordt onevenredig belast vergeleken met andere opvangcentra in het land. Het feit dat in Ter Apel het enige aanmeldcentrum is gevestigd, rechtvaardigt die onevenredige belasting van het opvangcentrum in Ter Apel volgens de voorzieningenrechter niet. Dat maakt dus niet dat het onmogelijk is voor het COA om - door spreiding over opvangcentra in het hele land - aan zijn verplichting jegens de gemeente te voldoen. Ook heeft het COA volgens de voorzieningenrechter onvoldoende duidelijk gemaakt of, en zo ja welke, concrete stappen het COA richting de Minister/toenmalig Staatssecretaris heeft ondernomen om tot uitbreiding van het aantal aanmeldcentra te komen en welke voorstellen het heeft gedaan om de opvangcrisis te bestrijden en Ter Apel te ontlasten.

Nieuwe, hogere dwangsom

De voorzieningenrechter vindt het nodig om opnieuw een dwangsom op te leggen omdat het COA de afspraken over de maximale bezetting in Ter Apel nog steeds niet nakomt, ondanks de veroordeling daartoe in het eerdere vonnis. De voorzieningenrechter legt een hogere dwangsom op, omdat het voor het COA een prikkel moet zijn om nu wel na te komen. Het COA krijgt twee weken de tijd om de veroordeling na te komen. Een langere termijn, zoals door het COA gevraagd, vindt de voorzieningenrechter niet nodig omdat de verplichting niet nieuw is.