“We laten het maaien van strakke, korte gazons steeds meer los”, vertelt Hemmo Jager van Stadsbeheer. “We willen de variatie in plant- en diersoorten vergroten. Dit is nodig omdat het aantal insecten- en vlindersoorten aan het afnemen is."
Recreatief
Momenteel wordt er in de gemeente grofweg op 3 manieren gemaaid, legt beleidsmedewerkster Anna Schwab uit. “We maaien gazons minimaal één keer in de week. Vaak zijn dit veldjes die recreatief worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld het gras in het Noorderplantsoen.” De bermen daarentegen worden tegenwoordig maar drie keer paar jaar gemaaid. “Hier laten we het gras lang staan, dat biedt schuil- en voedselmogelijkheden voor insecten. Soms zie je één strook gemaaid, dat is om te voorkomen dat het gras over het fietspad gaat hangen”, vertelt Anna.
Pareltjes
Daarnaast heb je nog enkele ecologische ‘pareltjes’, zoals gebieden bij de Eelderbaan, Oostersluis, Vestdijklaan en Boterdiep. Hemmo: “In een ecoscan verkennen we eerst wat we tegenkomen. Op basis hiervan bepalen we waar we maaien. We maaien handmatige banen in het gras. We laten het maaisel even liggen zodat zaadjes kunnen zakken en dan voeren we het af. De bodem verschraalt en zo ontstaan open plekken waar zaadjes kunnen ontkiemen en het insectenleven beter behouden blijft. Hier zie je een veel grotere variatie aan planten- en diersoorten.”
Maai Mei Niet
De gemeente ontving in mei veel berichten van inwoners die voorstander waren van de actie ‘Maai Mei Niet’, die kwam overwaaien uit België. De gemeente hoorde er te laat van om te kunnen deelnemen. “Maar ik ben er wel voorstander van”, zegt Hemmo. “Als je een maand niet maait blijven bloemen en planten langer beschikbaar voor insecten.’
Proefprojecten
Daarom probeert de gemeente nu al op een paar plekken het gras niet wekelijks, maar één keer in de 4 week te maaien. Dat geeft bloemen een langere bloei, waarvan insecten profiteren. Plekken waar dit wordt uitgeprobeerd zijn bijvoorbeeld bij de Emmalaan in Haren, het Pioenpark in de Oosterparkwijk en de Wenckebachlaan in Corpus den Hoorn. Anna: “We kijken dan hoe de samenstelling van planten zich ontwikkelt, net als het onkruid op aangrenzende verharding. Mogelijk dat daar iets meer onkruiden komen als er tussen het gras meer planten tot bloei komen. We willen kijken hoe het gaat en er graag ervaring mee op doen.”